Een brief van Joke Emmers
Kernkunstenaar Joke Emmers komt op donderdag 22 mei naar De Kern. Samen met Dirk Roofthooft brengt ze een reeks fenomenale brieven uit de collectie van het Letterenhuis opnieuw tot leven op het podium van De Kern. Eénmalig en dus hoogst exclusief!
Joke leest niet alleen brieven, ze schrijft er ook. Zo schreef ze een brief naar De Kern, helemaal vanuit het verre India.
"Wat zou het jammer geweest zijn als ik door angst en vooroordelen hier niet aan begonnen was."
Kovalam, India, 7 november 2024
Dag Max,
Bedankt voor je bestelling van de kokosnoot kaarshouders. Ze zijn hier in S.I.S.P., de organisatie waar we momenteel vrijwilligerswerk doen, al volop bezig met het schuren en boren. Ik denk dat ze mooi zullen staan op jullie tafeltjes en hopelijk zijn er enkelen die ze graag mee naar huis nemen. Dank je wel!
Ik kijk er ook heel erg naar uit jullie op 22 mei terug te zien en die mooie brieven te kunnen voorlezen. Maar eerst nog even India.
We zijn hier nu twee maanden.
Waanzin!
Ik zie mezelf nog bezig in België.
Voortdurend twijfelen of het wel veilig was.
Ik had zoveel verhalen gehoord.
Ik was bang om te gaan. “Komt dat wel goed? Het is zo ver, wat als er iets misgaat? Moet dat echt zo lang?” Tot en met het inpakken van mijn rugzak zat ik vol angst.
Of eerder vol vooroordelen.
Bang voor alles wat iedereen over India vertelt.
En dat zijn, in mijn ervaring, vooral negatieve verhalen.
En kijk nu, na twee maanden voel ik me thuis!
Er beginnen vriendschappen te ontstaan, die door het taalverschil aanvankelijk zeer oppervlakkig waren, maar nu, door een gemeenschappelijke taal die we vonden, toch kunnen verdiepen.
Er wordt hier gedeeld! Iedere middag heeft iedereen curry’s mee die ze thuis hebben gemaakt en die worden dan uitgestald op de hele tafel zodat iedereen van mekaars lunch kan eten. Een idee dat ik meeneem naar België! Ik zie ons al stukjes van boterhammen met mekaar wisselen.
We hebben onze vaste weg naar het werk en daar hebben we ook al onze vaste begroetingen.
Eens we vertrekken moeten we door een smal steegje omhoog. Aan het eind van de ‘klim’ komen we aan een drukke weg, vol geluid. Het getoeter van voorbijstekende auto’s en scooties komt ons tegemoet. Langs de grote weg liggen allemaal winkeltjes. Wij gaan dagelijks naar Bashir, die ons steeds weer met de grootste glimlach begroet. “Ahhhh!!!!”. Bij hem kopen we onze bananen voor de dag.
Hierna passeren we de wasserette van Jaipul, een zeer enthousiaste man die ons dagelijks toezwaait.
Een stukje verder roepen we naar de overkant van de straat “Good morning!” naar de man met de grijze snor en modieuze bril, die met een bordje toeristen naar zijn restaurant probeert te lokken. Erna is het een stukje lopen om dan voorbij de man te komen die lotterij kaartjes verkoop. Meestal zit hij in zijn plastieken tuinstoel, op het voetpad, te wachten op klanten. Hij is mager en heeft een bindhi op zijn voorhoofd wat toont dat hij Hindoe is. Hij zegt zowel ’s ochtends als ’s avonds “Hello!”, tenzij hij druk bezig is met klanten, dan knikt hij kort met zijn hoofd.
Hierna passeren we een thee/snack kraam waarachter een jonge man van ergens rond de 28 werkt. Hij zwaait, roept of knikt, afhankelijk van wat hij op dat moment vastheeft.
Eens bij de drukke baan, wachten we om over te steken, dat blijft iedere dag spannend want het rode licht is hier eerder een optie dan een verplichting. Wanneer we staan te wachten komt er een gele schoolbus voorbij vol zwaaiende kinderen die graag iets in het Engels willen zeggen en giechelend terug gaan zitten wanneer wij groen krijgen. Eens overgestoken lopen we langs een restaurant een straatje in en daar zit, op de hoek, altijd een man of vijf te wachten. De samenstelling verschilt al eens, maar ook hier wordt enthousiast gegroet. De weg die we dan nemen is smal, wanneer er een Rikshaw of auto passeert, moeten we al eens aan de kant staan wachten. Wanneer het heeft geregend, moeten we de plassen door. Op deze weg komt de poetshulp van S.I.S.P. ons tegemoet en krijgen we in onze rug getoeter van de collega’s die toekomen op hun scootie. Na de weg draaien we naar links en moeten we stijl omhoog waar het gebouw van S.I.S.P. ons met zijn blauwe kleur toestraalt. Tijdens de opwaartse klim worden we langs alle kanten begroet door de kinderen die les volgen, de social workers die toekomen, de bejaarden die al staan te wachten, de medewerkers van de sociale tewerkstelling…En zo beginnen we aan onze dag.
Ik geniet.
Wat zou het jammer geweest zijn als ik door angst en vooroordelen hier niet aan begonnen was.
Hoop dat het goed met je gaat!
Veel liefs
Joke
P.S.: Theater mis ik wel. Ik kijk er naar uit om vanaf maart weer vollebak te komen kijken.